Dag 10

Quiberon, Port Maria veerboot naar Belle Ile en mer (Mooi eiland in de zee)

Datum: zondag 11 augustus:

Fiets kilometer stand vertrek: 0

Vertrek: 8 uur

Aankomst: 8.30 uur

Waar: Quiberon, Port Maria

Coördinaten: NVT

Fiets kilometerstand bij terug keer: 51

Gereden fiets kilometers: 51 km.

Weer: Zonnig en lekker warm

Temperatuur: geen idee. Erg warm in ieder geval.

 

Vandaag met de veerboot Banchor om 09.20 uur naar Belle Île en Mer (mooi eiland in zee). Een leuke boot tocht van ongeveer 45 minuten. Daar wij zelf onze fietsen meenamen, konden we alleen op een boot waar ook auto’s etc. vervoerd werden.

We waren natuurlijk veel te vroeg. Zo konden we wel de boot zien aan komen en bekijken hoe alles in zijn werk ging. Het is echt een gekrioel en toch geen chaos.

 

Om 9 uur gingen wij ook de boot op. Fietsen in het ruim, wij naar het boven dek. Natuurlijk gingen wij het buitendek op om alles te kunnen zien. De zee is hier gewoon heel erg kalm. Met een rustig gangetje voeren we naar Belle Ille.

Er gaan ook veel vakantiegangers mee. Vergelijk het maar met Texel of Terschelling. Het is tenslotte een groot eiland. Lengte 20 km en 9 km breed.

We kwamen aan in Le Palais.

Allemaal zeilbootjes liggen daar in de haven. De stad heeft nog een heus citadel. Het was een strategisch eiland vroeger.

Belle-Île-en-Mer ('Mooi eiland in de zee') is met een oppervlakte van 83,76 km² het grootste Bretonse eiland in de Atlantische Oceaan. Het kanton Belle-Île ligt in het departement Morbihan van de provincie Bretagne. Het bevindt zich ten zuiden van het schiereiland van Quiberon, vlak bij de eilanden Houat en Hoëdic.

De Bretonse naam is Enez ar Gerveur ('Citadeleiland'). In de Romeinse tijd heette het Vindilis, vandaar in het oud-Bretons Gwezel ou Gwedel. Onder Napoleon werd het Île Joséphine genoemd.

Het eiland heeft een ruwe kustlijn, met vooral aan de oceaanzijde hoge gneis rotsen, afgewisseld met kleine stranden in de inhammen. In het binnenland is het landschap vlak en glooiend.

Vanaf 1765 begonnen Acadiërs zich op Belle-Île te vestigen, nadat ze door de Engelsen verdreven werden uit hun thuisland Acadië, in Noord-Amerika. Velen van hen bleven op het eiland, waardoor heden ten dage een groot deel van de eilanders Acadiërs als voorouders hebben.

Belle-Île bestaat uit vier gemeenten

Bangor, een dorp gelegen in het binnenland.

Locmaria, een dorp gelegen in de oostpunt van het eiland.

Le Palais, de belangrijkste haven. Bereikbaar met de boot vanaf Quiberon.

Sauzon, de tweede haven. In de zomer bereikbaar vanaf het vaste land.

De impressionistische schilder Monet, heeft veel inspiratie opgedaan op Belle-Île en heeft in 1886 verscheidene schilderijen gemaakt van de kustlijn. "Les Pyramides de Port Coton" is hiervan de bekendste

Het was echt giga druk op de kade. Mensen, auto’s, fietsen……gewoon chaos! Ook zo leuk om te zien. Bij de VVV een extra fietsboekje gekocht, eigenlijk te duur, maar bleek toch wel erg handig.

Leedvermaak is altijd leuk toch? Er was ook een heel leuk oud Peugeot 404 aan boord. Helaas startte deze niet meer. De Peugeot deed echt niets meer. Bemanning duwde hem uit de weg want de bovenste laag auto’s uit het ruim moesten eraf rijden.

En echt, dat arme ding deed niets meer. De jongen en het meisje hadden het niet meer. Vond het zielig voor ze, maar ik lag ook in een deuk. Het zal je gebeuren! Uiteindelijk hebben ze hem op de kade geregen, helling op nog. Daar stond hij dan! Er kwam een man bij kijken die ook zo een oude auto had, maar zelfs hij kreeg het niet voor elkaar. Met man en macht hebben ze die auto echt de weg op geduwd. Even later zag ik dat ding toch rijden in de buurt van de supermarkt, samen met die andere man. Hoorden dus bij elkaar.

Onze route ging vanaf Le Palais via het plaatsje Bangor, naar Semaphore du Talut > Port Gaulphar ? Aiguiles de Port Coton > L’Apothicairerie > Pointe des Pulains > Le Palais.

Dit was het westelijke deel van het eiland. Sauzon hebben we niet aangedaan.

We hadden al gefietst vanaf de camperplek naar de haven en ook ’s avonds weer terug. Bij elkaar hebben we zo’n 51 kilometer gefietst!

Het is werkelijk een geweldig eiland! De plaatsjes zijn zo mooi. De huizen in allerlei pastelkleuren geverfd. Van pastel lila naar fel blauw en mooi geel. Vrijwel alle huisjes hebben dezelfde stijl. Je ziet her en der nog de oude oorspronkelijk huizen van grote stenen.

Helaas zie je ook grote lelijke hotels die absoluut misstaan in het landschap. Wij hebben grotendeels de gemarkeerde fietsroutes gevolgd (rood, paars en groen). Op de kaart staan een aantal gevaar driehoeksborden met hellingen. Nou dat hebben we geweten!  Er waren echt stukken bij van enorm klimmen en dalen. Ik kon echt gewoon niet alle klimpartijen doen, die ben ik maar gaan lopen. Er was zelfs één daling / stijgings percentage van 20%! Niet over asfalt maar over een onverhard grindpad. Zie je het voor je??? Dat was tussen Bedex en Tij-Néhué. Mens wat ging dat hard! Ik ben op een gegeven moment afgestapt en rustig naar beneden gaan lopen. Ook dat was niet eens prettig, want je moet je fiets ook tegen houden. Henk was natuurlijk wel gewoon met de fiets gaan afdalen. Held! Ik vond het doodeng op zo een grindpad. Maar ja, we moesten ook weer omhoog. Nou dat hebben we beiden maar gelopen. Ik was kapot! Natuurlijk moesten we wel doorgaan, want de tocht was net begonnen.

Informatie over fietsen op Belle Île:

http://www.wandelingen.info/routes/frankrijk/belle-ile.html

We kwamen door leuke kleine gehuchten, Echt de moeite waard. Overal zie je kleine lapjes grond, ter grootte van een behoorlijke tuin. Privé bezit, hek ervoor, caravans / tenten erop en je hebt je eigen kampeerplek. Zonder enige voorziening. Geen stroom, geen water echt helemaal niets. Water haalt men of bij de pomp in een dorp of bij de enige grote supermarkt op het eiland. Echt helemaal basic. Ik vond het echt heel leuk om te zien. Ben echt een beetje verliefd geworden op de huisjes ook daar.

Al eerste kwamen we bij Pointe de Talut, Semaphore du Talut. Prachtige rotspartijen en erg diep.

 

Weer verder gefietst door een prachtig landschap en dorpjes. Ons tweede uitstapje was Port Goulphar, een grote vuurtoren.

Henk wilde deze beklimmen, maar hij moest een kwartier wachten. Er waren al te veel mensen boven. Niet gedaan dus. Vanaf deze vuurtoren is er een voet/fietspad naar Aiguilles de Port Coton, waar Monet heeft geschilderd. Dit fiets pad ging ook over een onverhard pad, maar was te doen. Hier staat ook een huisje met de naam Sirene Belle.

Ponte de la Sirene

 

Vanaf dit punt zag je ook in de verte volgens ons een grafheuvel (Tumulus). Dit was echter 2.6 km lopen. Niet gedaan dus. Wel op de foto gekregen. Ook zagen we een soort paleis, maar dit was een restaurant geworden te zien aan alle parasols.

Ook hier weer schitterende rotsen met behoorlijk beukende golven.

Je zag ook een grot met een trap ernaar toe. Verboden terrein, maar Fransen kunnen erg slecht lezen volgens mij. Er waren dus wel 2 mensen via die trap naar de grot gegaan. Idioot gewoon.

Nou weer verder de tocht vervolgen en ja hoor daar was die enorme afdaling en stijging van 20%. Heel erg pittig dus. Toen we erdoorheen waren heb ik direct gezegd dit niet meer te doen!

Maar ja op de route die wij wilden fietsen waren 6 van deze punten. Terug had geen zin, dus maar zien wat er ging gebeuren. Gelukkig geen 20% meer, maar nog steeds erg pittig!

Het was vrijwel alleen op onverharde grindwegen, hoewel er echt asfaltwegen zijn. Die komen echter niet bij de leuke plekken. Via de echte fietsroute (circuit) reden we meer op grindpaden dan op asfalt wegen, maar wel grappig en leuk. Je kwam door al die gehuchten heen.

Oh ja, er is weinig horeca onderweg, dus zelf eten en drinken meenemen.

Hoppa daar kwam de derde “Danger” aan…………zucht…..doorbijten……en gaan……. Geen 20% maar verder wel pittig, lang klimmen over een soort vals plat en dus ook lang afdalen. Veel meer lopend dan fietsend.

Vanaf mijnheer en mevrouw Jean en Jeanne (menhir blokken) de paarse route opgepakt.

Deze ging naar de LÁpothicairerie (de apotheker). Ook hier weer allemaal rotsen en woest water. Behoorlijke dieptes. Brrrrrrrrrr

Grotte de l'Apothicairerie

Grotte de l'Apothicairerie (Apothecary's Grotto) is located on the Atlantic front of La Cote Sauvage (wild coast) in Belle-Ile-en-Mer island, Morbihan department of France. This spectacular arch are well-signed on the island main road and its view point is often visited by tourist tour. However, the carved stair on the schist rock which goes down to the arch is now closed to the public. Use it at our own risk. Caution : do n't approach the arch specialy if the sea is strong or stormy. In any case, do n't crosses the arch (sleepery rock with danger of death). The natural arches of Cote Sauvage is index-linked here from north to south. IGN topographic map Top 25 number 0822 west Belle-ILe pleat C1. Grotte de l'Apothicairerie is located by red star on this topo map as place of interest.

We hebben de paarse route wel wat ingekort.

Ondanks de hele mooie fietsroute werd ik zo onderhand toch wel erg moe. Fietszadelkontpijn is niet leuk!

Vanaf l 'Apothicairerie wilden we rechtstreeks naar Le Palais terug fietsen. Nu over asfaltweg, dus de gewone verkeersweg. Gelukkig is hier niet zo veel verkeer en men houdt goed rekening met fietsers. Middels borden wordt men ook geattendeerd op fietsers op de weg.

Echter……………op een kruispunt zagen we een route naar Pointe des Poulans. Echte helemaal het uiterste punt van het westelijk deel. En daar ligt ook een cache. Was maar 2 kilometer extra. Gedaan dus. Oh jee………ook weer wat klimmen en dalen, zucht………

Onderweg werden we ingehaald door de reddingsbrigade met gillende sirenes!

Boven aangekomen zagen we de reddingsboten en een helikopter boven de zee. Er is daar ook een strand. We zagen een man zwemmen, behoorlijk ver. Maar nee, ging niet om hem, want hij zwom gewoon lekker. Er was loos alarm blijkbaar. Wel spectaculair om te zien hoe dat gaat. Allemaal kikvorsmannen en 2 reddingsboten.  

Het was er erg druk, want het is een strand in een baai.

Wij liepen weer verder naar een oud voormalige vuurtoren huisje. Gerestaureerd maar niet meer in gebruik. Daar lag ook de cache. Was even zoeken, maar gevonden! De Fransen zijn niet zo nauw met de coördinaten. De cache ligt soms 25 meter van het nulpunt.

Ook hier weer rotsen en mooie zee.

In vroegere tijden was er een Duitse actrice Sara Bernhardt die helemaal verliefd geworden was op dit stukje Belle Ile. Zij heeft er een huis laten bouwen wat nu een museum is. Haar zoon heeft er ook nog een huis en er staat nog een huis.

Nu gingen we echt de kortste en snelste weg volgen naar Le Palais, maar ja………eerst weer hetzelfde stuk klimmen en dalen. Deels weer lopend door mij.

Vlak na Sauzon weer “Danger ”borden. Deze vertelden zelfs dat fietsers beter konden lopen i.p.v. fietsen (net als bij die 20%). Oeps, daar gaan we weer.

Ja hoor, de afdaling ging super snel, nu over asfalt. Zelfs ik bleef in het zadel! Wel steeds remmend want er waren bochten. Je kwam uit op een rotonde, dus zorgen dat je niet te snel op de rotonde kwam. Ik heb het gered, maar doodeng vond ik het!

Je raadt het al……………ja……er moest ook weer net zo een stuk geklommen worden. Nee, dat redde ik echt niet meer, ben dus gaan lopen. Henk later ook. Uiteindelijk hebben we het ergste gehad en konden we op een normale manier naar Le Palais fietsen. Hèhè…….

In Le Palais even gelopen. Het heeft wel iets aparts, ondanks drukte. Haven, gezellig centrum. Verder allemaal toeristenwinkels natuurlijk.

Henk wilde nog de Citadel bekijken.  Ook een kerk die open was. Toch eerst maar even gaan eten bij de creperie. Beiden een Galette complet (Henk met jambon en ik met een saucisse). Verdere vulling is een gebakken ei en Emmenthaler kaas meegebakken.

De boot die om 18.45 vertrok naar Quiberon kwam inmiddels aan in de haven. Wij hadden de boot van 20.00 uur gereserveerd. We wilden de kerk nog even bezichtigen, dus hadden de tijd. Kerk was al gesloten. Ik had verder echt geen puf meer. Gevraagd of we met deze boot mee konden, de Finidel. Dat mocht gelukkig. Dus snel inladen. Er gingen ook 2 vrachtwagens en een camper mee.

Wat foto’s van Belle Ile:

 

 

Dure vakantie voor die camper trouwens (540 euro overtocht, retour).

Vanaf Quiberon moesten we laatste stuk nog fietsen naar de camper. Oh, oh, mijn billen deden zeer en ik was moe. Ik heb dus wederom een stuk gelopen, klimmend. Henk fietste wel door.

Wat we ook zagen waren hele leuke huur auto’s. Lelijke eendjes, 2 zittertjes (elektrisch), waar je achter elkaar zat, jeepjes en gewoon een soort Fred Flintstone autootjes. Hadden we best willen huren. Maar ja dan zag je toch niet die andere mooie plekken op het eiland. Je kunt trouwens ook elektrische fietsen huren volgens mij.

 

Uiteindelijk waren we om half 9 weer thuis!

Het was ondanks de zware inspanningen een hele mooie geweldige dag die we zeker niet hadden willen missen. Totaal geen spijt gehad. Ook beseffend dat we dit nooit hadden kunnen doen als Inta nog had geleefd, maar ja dan hadden we ook niet naar Bretagne gegaan.

Morgen doen we niets. Dus even echt een dag luieren, op het strandje liggen. Ik fiets niet naar Quiberon voor de mooie stranden. Het is even genoeg geweest.

Morgen kijken of ik gebruik mag maken van een wasmachine op de camping hiernaast. Anders moet ik toch wat met de hand wassen. Hm…….

Maak jouw eigen website met JouwWeb